Te voet

Wandelen is voor de mens lang de enige manier van voortbewegen geweest. We zijn per definitie « wandelende wezens ». Ook vandaag nog is elk van ons een voetganger zodra hij of zij de trein, de bus of de wagen verlaat. Men dient ook de personen in een rolstoel niet te vergeten, die ook als voetgangers beschouwd worden.

Tegenwoordig hoeft men echter geen 20 km te wandelen om ergens heen te gaan, tenzij dan als vrijetijdsbesteding.

Denkt u evenwel onmiddellijk « Korte afstanden doe ik te voet »? Een kilometer betekent slechts 10 à 15 minuten wandelen. Steeds meer mensen verkiezen wandelen voor hun verplaatsingen (naar het werk, naar school, naar de winkel, naar culturele centra, …), vooral binnen stedelijke gebieden (men wandelt er tweemaal zoveel als in de andere gemeenten). In Brussel staat wandelen nu op kop : één verplaatsing op drie wordt te voet gedaan. Voor heel België is wandelen de tweede belangrijkste verplaatsingswijze (modaal aandeel van 16 %). Een derde van de Belgen wandelt minstens vijf keer per week.

Talrijke voordelen

Wandelen als verplaatsingswijze biedt talrijke voordelen op sociaal, economisch en milieuvlak.

Op sociaal vlak – Dagelijks ten minste 30 minuten wandelen verbetert de fysieke gezondheid en vermindert stress : men hoeft zich geen zorgen te maken over files of vertragingen, de reistijd is steeds gekend. Wandelen zorgt ook voor meer gezelligheid binnen de openbare ruimte.

Op economisch vlak – Een gezondere bevolking betekent ook minder uitgaven voor de Sociale Zekerheid en minder afwezigheden op het werk. Wandelen vereist infrastructuur die oneindig veel goedkoper is dan die voor de andere verplaatsingswijzen. En bekeken vanuit het gezichtspunt van het individu is wandelen de enige verplaatsingswijze die volledig gratis is.

Op milieuvlak – Wandelen vervuilt niet, noch op lokaal vlak (geen uitstoot van fijn stof en broeikasgassen), noch op globaal vlak (geen natuurlijke reserves en energie aangesproken voor de productie en aandrijving van voertuigen).

Rol van de federale overheid en de gewesten

Op het gebied van verplaatsingen te voet zijn de bevoegdheden verdeeld tussen de federale staat en de gewesten.

Federaal – De federale staat realiseert studies en statistieken waarin rekening wordt gehouden met de voetgangers. Deze is gedeeltelijk bevoegd voor verkeersveiligheid en de wegcode. Voetgangers worden beschouwd als de zwakste weggebruikers aangezien zij minder zichtbaar zijn en geen carrosserie hebben. Daarom kregen zij specifieke rechten en plichten om voor hen een grotere veiligheid te garanderen.

Gewesten – De gewesten zijn gedeeltelijk bevoegd voor verkeersveiligheid en de wegcode. Zij zijn bevoegd voor de inrichting van de openbare ruimte en de vervoersplannen.