Ongevallen en incidenten
Volgens Annex 13 van het verdrag inzake internationale burgerluchtvaart (Chicago, 1944) moet het onderzoek van luchtvaartongevallen en ernstige incidenten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de staat waar het ongeval of het ernstige incident plaatsvond. Een staat kan de uitvoering van het onderzoek delegeren aan een andere staat of om bijstand verzoeken. In alle gevallen dient het onderzoek door een onafhankelijke veiligheidsonderzoeksinstantie te gebeuren.
In overeenstemming met Annex 13 is het niet het doel van het onderzoek van luchtvaartongevallen om schuld of aansprakelijkheid aan te duiden. Het enige oogmerk van het onderzoek en het eindverslag is de vaststelling van de oorzaken, en het definiëren van aanbevelingen om ongevallen en incidenten in de toekomst te voorkomen.
In België werd hiertoe volgens het KB van 8 december 1998 de autonome cel voor onderzoek van luchtvaartongevallen en –incidenten opgericht. Deze cel kreeg de naam Air Accident Investigation Unit (Belgium), afgekort AAIU(Be), en valt rechtstreeks onder de bevoegdheid van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en is functioneel onafhankelijk, in het bijzonder van het directoraat-generaal Luchtvaart. Deze cel werkt actief mee aan het tot stand houden en het verbeteren van de veiligheid binnen de burgerluchtvaart.